Categorieën
Overgewicht

Kan antibiotica leiden tot overgewicht?

Hangt onverklaard overgewicht bij mensen in bepaalde gevallen samen met het gebruik van antibiotica? Onder boeren is reeds lange tijd bekend dat dieren die antibiotica kregen, zwaarder worden ook als deze niet anders of extra zijn gaan eten. Kunnen mensen dik worden van het gebruik van antibiotica?

Heeft de beruchte maagbacterie Helicobacter pylori ook onverwacht gunstige eigenschappen die door antibiotica worden geneutraliseerd?

Foto van weegschaal en centimeter
Soms is het een raadsel wat de oorzaak van overgewicht is

Dit artikel is opgebouwd uit de volgende paragrafen.

Bijwerkingen van antibiotica

Het gemak waarmee we antibiotica slikken, leidt niet alleen tot resistente bacteriestammen waartegen geen enkel kruid gewassen lijkt, maar ook tot allerlei andere ongewenste gevolgen.

Uit wetenschappelijk onderzoek komt een relatie naar voren tussen het gebruik van antibiotica en allerlei aandoeningen. Men denkt in dit verband aan allergieën, chronisch ontstoken darmen, astma, oesofagale reflux (dit is het terugvloeien van maagzuur in de slokdarm), diabetes type I, maar ook aan obesitas (ziekelijk overgewicht).

Een van de wetenschappelijk onderzoekers op dit gebied is de arts Martin Blaser, die als hoogleraar microbiologie verbonden is aan het New York University Langone Medical Center.

Invloed van antibiotica op microflora

Volgens Martin Blaser verandert de microflora van het menselijk lichaam blijvend na toediening van antibiotica.

In het darmstelsel van de mens zitten. miljarden bacteriën. Over hun functie is weinig bekend.

Een beruchte bacterie is de Helicobacter pylori, die tegenwoordig bekend staat als veroorzaker van maagzweren en darmkanker.

Overigens, lang niet alle darmbacteriën zijn schadelijk. Sommige soorten bacteriën zijn zelfs gunstig.

Ook lijkt een aantal bacteriën naast schadelijke, tegelijkertijd ook gunstige eigenschappen te hebben. Dat lijkt bijvoorbeeld te gelden voor de in het algemeen als zeer schadelijk beschouwde Helicobacter pylori.

Ghreline en overgewicht

Ghreline is een voornamelijk door de maagwand afgescheiden hongerhormoon. Deze peptide stimuleert de voedselinname en bovendien de afzetting van vet. Na een maaltijd behoort het ghrelineniveau te dalen. Van mensen die lijden aan zwaarlijvigheid, is bekend dat zij een lagere ghrelinespiegel hebben.

Volgens Martin Blaser blijkt uit laboratoriumonderzoek bij muizen dat toediening van antibiotica tot meer lichaamsvet lijkt. Dat is het geval als antibiotica aan muizen wordt toegediend in vergelijkbare doses als die aan kinderen wordt gegeven ter bestrijding van oor- en keelinfecties. De toename van lichaamsvet is ook het geval als er helemaal niets aan hun voeding verandert. De dosis antibiotica tegen oor- en keelinfecties blijkt bij veel patiënten al voldoende om ook de Helicobacter pylori te doden.

Dat antibiotica tot gewichtstoename kan leiden, wekt weinig verbazing: onder boeren is namelijk al lange tijd bekend dat dieren die antibiotica krijgen, zwaarder worden, ook als aan hen geen andere of extra voeding wordt voorgezet.

Ook onderzoeken van andere wetenschappers wijzen op het verband tussen een verstoring van de darmflora en de kans op gewichtstoename. Het gaat hierbij om onderzoeken van bijvoorbeeld Peter Turnbaugh van de Harvard Universiteit en Jeffrey Gordon van de Washington Universiteit.

Helicobacter pylori en aandoeningen

Niet alleen uit research van Martin Blaser, maar ook uit dat van andere wetenschappers, zoals Yu Chen, die verbonden is aan de New York Universiteit, blijkt een omgekeerde relatie tussen de aanwezigheid van de Helicobacter pylori en allerlei aandoeningen, zoals jeugdastma, hooikoorts en huidallergieën. Een omgekeerde relatie wil hier zeggen dat als de genoemde bacterie in een menselijk lichaam afwezig is, de kans op de aanwezigheid van genoemde aandoeningen groter is.

Kritische geluiden over de onderzoeksresultaten

De Nobelprijswinnaar Barry Marshall plaatst kanttekeningen bij de bovengenoemde onderzoeksresultaten. Hij wijst erop dat met antibiotica veel mensenlevens zijn en worden gered. Ook heeft hij geconstateerd dat mensen bij wie de inwendige flora door antibiotica is verstoord, in de loop van de tijd de bestreden bacteriën vaak weer oplopen door contact met mensen uit hun omgeving. Overigens vindt ook hij er vaak al te gemakkelijk naar antibiotica ter bestrijding van bacteriële infecties wordt gegrepen.

Toekomstmuziek: bestrijding van overgewicht met gemanipuleerde, heilzame bacteriën

De bovengenoemde onderzoeker Barry Marshall hoopt dat ter bestrijding van aandoeningen zoals obesitas en astma op een dag gekweekte en gemanipuleerde Helicobacter pylori-bacteriën kunnen worden ingezet in een vorm waarin deze van hun schadelijke gevolgen zijn ontdaan, maar hun heilzame werking hebben behouden. Barry Marshall heeft van diverse fondsen gelden gekregen voor grootschalige onderzoeken naar normale en gezonde microflora bij de mens.

De hoop is dat dankzij onderzoeken op dit gebied mensen een duurzaam gezond gewicht kunnen bereiken zonder alsmaar serieus te hoeven lijnen.

De nieuwste inzichten over overgewicht door antibiotica

Er komen steeds meer wetenschappelijke aanwijzingen die de inzichten van de arts-microbioloog Martin Blaser over het ontstaan van obesitas door het gebruik van antibiotica bevestigen. Zo blijkt in 2014 uit de resultaten van een onderzoeksteam van Blaser uit een reeks experimenten met pasgeboren muizen dat een tijdelijke verstoring van hun darmflora door toediening van laaggedoseerde antibiotica over een periode van vier weken tot structurele veranderingen leidt die pas later in het leven optreden. Zo werden deze muizen op latere leeftijd dikker dan hun soortgenoten.

Op donderdag 13 november 2014 verzorgde Martin Blaser in Nederland de jaarlijkse Anatomische les. In dat kader hield hij een lezing in Amsterdamover de ondermijning van onze gezondheid door overmatig gebruik van antibiotica in de patiëntenzorg en de bio-industrie.

De Anatomische Les is een jaarlijkse, medische publiekslezing op het snijvlak van geneeskunde en maatschappij. Voor deze lezing wordt door de organisatie (het Academisch Medisch Centrum (AMC), het VU medisch centrum en de Volkskrant) elk jaar een spreker aangezocht die in zijn of haar discipline internationaal toonaangevend is.

Martin Blaser heeft ook een boek geschreven Missing Microbes, in het Nederlands verkrijgbaar onder de titel De beestjes in ons.

Een eerdere versie van dit artikel werd door de auteur, An Schrijfstra, op 2 november 2011 gepubliceerd op infonu.nl onder de titel ‘Overgewicht door antibiotica’

Dossier overgewicht

Dit artikel maakt deel uit van het dossier overgewicht.

Bronnen

  • Hou je bacteriën te vriend; 3 november 2014;  Irene van Elzakker; https://www.amc.nl/web/Het-AMC/Nieuws/AMC-Magazine/Archief/Hou-je-bacterien-te-vriend.htm
  • Volkskrant onze hygiëne brengt ons in gevaar; Jop de Vrieze; Volkskrant, 4 oktober 2014; http://www.volkskrant.nl/leven/onze-hygiene-brengt-ons-in-gevaar~a3761473/
  • De Anatomische Les 2014; AMC; https://www.amc.nl/web/Het-AMC/Jaarlijkse-evenementen/De-Anatomische-Les-1/De-Anatomische-Les-2014.htm
  • In Some Cases, Even Bad Bacteria May Be Good; Kate Murphy; New York Times, 31 oktober 2011; http://www.nytimes.com/2011/11/01/health/scientist-examines-possible-link-between-antibiotics-and-obesity.html
  • Eradicating Dangerous Bacteria May Cause Permanent Harm; in ScienceDaily (Aug. 24, 2011); s.n.; in: http://www.sciencedaily.com/releases/2011/08/110824131547.htm
  • Publications Martin Jack Blaser: http://www.med.nyu.edu/biosketch/blasem01/publications
  • The effect of H. pylori eradication on meal-associated changes in plasma ghrelin and leptin; Fritz Francois, Jatin Roper, Neal Joseph, Zhiheng Pei,Aditi Chhada, Joshua R Shak,Asalia Z Olivares de Perez,Guillermo I Perez-Perez en Martin J Blaser;BMC Gastroenterol;
    online gepubliceerd op14 april 2011; in: http://www.biomedcentral.com/1471-230X/11/37
  • Ghreline in: http://nl.wikipedia.org/wiki/Ghreline
Categorieën
Overgewicht

Overgewicht ondanks gezonde voeding

Gezond en matig eten en geregeld doen aan lichaamsbeweging is lang niet altijd voldoende om te komen tot overgewicht de baas te worden. Verantwoord en effectief afslanken en vervolgens op het gewenste gewicht blijven, is lastig, ook als je over de nodige wilskracht beschikt.  Het beruchte jojo-effect zou weleens onder andere te maken kunnen hebben met de invloed van hormonen op je eetlust en je metabolisme en/of met darmbacteriën. Hoe zit het bijvoorbeeld met hormonen als  ghreline, PYY of leptine of de darmbacterie Akkermansia muciniphila?

Overgewicht is soms een feit om wanhopig van te worden
Overgewicht is soms een feit om wanhopig van te worden

Dit artikel is opgebouwd uit de volgende paragrafen

Het jojo-effect: na succesvol afslanken ontstaat toch weer overgewicht

Hoe komt het dat verreweg de meeste mensen die, al dan niet onder begeleiding, dankzij lijnen succesvol zijn afgeslankt, in de loop van de tijd geleidelijk aan weer zwaarder worden?

Het hardnekkige vooroordeel is dat dit te maken heeft met een gebrek aan discipline of wilskracht. Wetenschappelijk staat echter al tientallen jaren vast dat gewichtsverlies een bijna onvermijdelijk verlies aan spiermassa oplevert. Vermager je door te lijnen? Dan verlies je niet alleen vet, maar ook spiermassa. In de praktijk brengt dit met zich mee dat je van het nuttigen van dezelfde hoeveelheid calorieën zwaarder wordt dan toen je nog op je oorspronkelijke gewicht stond. Dit komt omdat spiermassa relatief veel energie nodig heeft. Daarom is het van groot belang dat mensen die afvallen, door middel van lichaamsbeweging aan de vergroting van hun spiermassa werken.

Mensen die serieus, verantwoord en blijvend willen afvallen, krijgen ondanks alle inspanningen nogal eens te maken met het zogenaamde jojo-effect. Dit is het verschijnsel, dat je na het lijnen volgens een al dan niet verantwoord afslankdieet, enige tijd minder streng op je voeding let, waardoor je weer in gewicht aankomt, waarna je opnieuw een afslankdieet gaat volgen, enzovoort. Het netto-effect is vaak dat je door dit lijnen als een jojo op en neer gaat met je gewicht en uiteindelijk zwaarder wordt dan dat je was voordat je de eerste keer op dieet ging. Dit is dus het tegengestelde van efficiënt afvallen.

Onderzoek van Joseph Proietto

Een onderzoeksarts aan de universiteit van Melbourne, Joseph Proietto, had het gevoel dat er meer aan de hand moest zijn. Daarom deed hij onderzoek naar de biologische veranderingen in een lichaam na gewichtsverlies.

Uit wetenschappelijk onderzoek was al langer bekend dat gewichtsverlies samen gaat met verschillende metabolische en hormonale veranderingen. Proietto wilde onderzoeken of deze veranderingen van tijdelijke of permanente aard zijn. Daartoe zette hij en zijn team vijftig mensen met overgewicht of zwaarlijvigheid tien weken lang op een streng caloriebeperkt dieet.

Hij ontdekte dat zelfs een heel jaar na significant gewichtsverlies het nog altijd mollige lijf van mannen en vrouwen zich gedroeg alsof het aan het verhongeren was en alle zeilen bijzette om de verloren kilo’s weer terug te winnen. Hij publiceerde de bevindingen van zijn onderzoek in The New England Journal of Medicine van 27 oktober 2011.

De invloed van hormonen op eetlust en metabolisme

Volgens Proietto zou de werking van een aantal hormonen te maken kunnen hebben met het onderzochte verschijnsel.
Zo staat ghreline bekend als het hongerhormoon, omdat het de eetlust stimuleert. Deze peptide wordt vooral afgescheiden door de maagwand.

Een jaar na het begin van het onderzoek bleek dat het ghrelinewaarde 20% was gestegen. Daarentegen was PYY, een hormoon dat eveneens de eetlust onderdrukt, ook abnormaal laag. Eveneens lager dan verwacht waren de waarden van leptine, een hormoon dat de eetlust onderdrukt en het metabolisme vergroot. Bovendien bleken ook andere hormonen die met eetlust en metabolisme samenhangen, allemaal significant lagere waarden te hebben dan voorafgaande aan het begin van het dieet.

Het lichaam stuurt aan op terugkeer naar het eerdere zwaardere gewicht

Onderzoeker Proietto vermoedt dat het menselijk lichaam een gecoördineerd afweermechanisme kent dat bestaat uit een aantal componenten die allemaal een gewichtstoename bevorderen. In zijn ogen verklaart dit het grote percentage mislukte behandelingen van obesitas.

De rol van de bacterie Akkermansia muciniphila

Op 13 mei 2013 wordt een belangwekkende ontdekking gepubliceerd in PNAS. Onderzoekers van de Katholieke Universiteit van Leuven hebben ontdekt dat er een relatie is tussen het in slechts geringe hoeveelheden aanwezig zijn van de darmbacterie Akkermansia muciniphila en overgewicht of diabetes 2. Uiteraard is er nog veel nader onderzoek nodig voor dat bekend wordt of en op welke manier bij mensen met overgewicht of diabetes II de darmpopulatie gunstig kan worden beïnvloed door toediening van Akkermansia muciniphila. Volgens de onderzoekers zou pre-biotische voeding op dit punt een heilzame rol kunnen spelen.

Nog onverklaarbare variaties in de snelheid van gewichtstoename en gewichtsverlies

Er is nog veel onduidelijkheid over de factoren die van invloed zijn op het gewicht. Zo is bijvoorbeeld wel bekend dat erfelijkheid en eetgewoonten een rol spelen bij het ontstaan van overgewicht, maar zelfs bij tweelingen blijkt sprake te zijn van een onverklaard grote variatie in de snelheid van gewichtstoename en gewichtsverlies. Gewichtstoename kan ook worden veroorzaakt door bijvoorbeeld het hormoon cortisol, een bepaald virus of de veel voorkomende weekmaker BPA. En misschien zelfs door het gebruik van antibiotica.

Daarom is er meer onderzoek nodig om te achterhalen welke factoren er precies een rol spelen en hoe deze kunnen worden beïnvloed.

Een eerdere versie van dit artikel werd door de auteur, An Schrijfstra, op 29 december 2011 gepubliceerd op infonu.nl onder de titel ‘Biologische oorzaken van overgewicht’

Dossier overgewicht

Dit artikel maakt deel uit van het dossier overgewicht.

Bronnen

  • The Fat Trap; Tara Parker-Pope; New York Times; 28 december 2011; http://www.nytimes.com/2012/01/01/magazine/tara-parker-pope-fat-trap.html
  • Ghreline; http://nl.wikipedia.org/wiki/Ghreline; voor het laatst geraadpleegd op 29 december 2011
    Long-Term Persistence of Hormonal Adaptations to Weight Loss; Priya Sumithran, M.B., B.S., Luke A. Prendergast, Ph.D., Elizabeth Delbridge, Ph.D., Katrina Purcell, B.Sc., Arthur Shulkes, Sc.D., Adamandia Kriketos, Ph.D., enJoseph Proietto, M.B., B.S., Ph.D.; N Engl J Med 2011; 365:1597-1604; 27 oktober 2011
  • http://www.nejm.org/doi/full/10.1056/NEJMoa1105816; PYY 3-36; http://nl.wikipedia.org/wiki/PYY_3-36; voor het laatst geraadpleegd op 29 december 2011
  • Leptine; http://nl.wikipedia.org/wiki/Leptine; voor het laatst geraadpleegd op 29 december 2011
  • Cross-talk between Akkermansia muciniphila andintestinal epithelium controls diet-inducedobesity; Amandine Everard [et al.]; PNAS; 13 mei 2013
Categorieën
Overgewicht

Kun je dik worden van een virus?

Mensen met overgewicht krijgen maar al te vaak te horen dat dit hun eigen schuld is. Maar klopt dat wel in alle gevallen? Het lijkt erop dat infectie met een virus soms tot obesitas kan leiden. Dit zou bijvoorbeeld gelden voor het adenovirus 36 (AD36). In wetenschappelijk onderzoek bij dieren zoals resusaapjes is al een sterk verband tussen infectie met dit virus en obesitas al vastgesteld. Er zijn aanwijzingen dat in elk geval ook kinderen van dit virus dik kunnen worden.

foto van weegschaal en centimeter als symbool van gewichtsmanagement
De eeuwige strijd met de kilo’s heeft lang niet alleen met de hoeveelheid en aard van het voedsel te maken

Dit artikel bestaat uit de volgende paragrafen.

Onderzoek bij kinderen naar het AD36-virus en overgewicht

Over de relatie tussen het adenovirus 36 (“AD36”) en overgewicht bij kinderen is een artikel verschenen in het wetenschappelijke tijdschrift Pediatrics. In dat op 20 september 2010 online gepubliceerde artikel worden de bevindingen weergegeven van een Amerikaans onderzoeksteam van kinderartsen onder leiding van de arts Jeffrey B. Schwimmer, werkzaam bij de San Diego School of Medicine van de universiteit van Californië.

Op dit moment is AD36 het enige adenovirus dat verband lijkt te houden met zwaarlijvigheid bij de mens. Het onderzoeksteam ontdekte dat van de dikste kinderen 22% in aanraking was geweest met AD36, terwijl dit bij de de andere kinderen slechts 7 procent was. Bovendien bleek dat van de dikke kinderen, vooral de allerdiksten onder hen afweerstoffen tegen het virus in hun bloed hadden.

Het onderzoek werd verricht onder 124 kinderen van tussen de acht en de zestien jaar. Dat is een betrekkelijk kleine groep. Van die groep leden 64 van de 124 kinderen aan obesitas.

De bevindingen wijzen in dezelfde richting als onderzoek onder een aantal dieren naar AD36: er is een sterk verband tussen besmetting met dit adenovirus en overgewicht.

Wat voor soort virus is AD36?

AD36 behoort tot de adenovirussen. Deze virussen komen veel voor. Ze veroorzaken infecties van de luchtwegen en ooginfecties Van sommige typen krijg je keelpijn of word je verkouden. Van andere types krijg je buikloop. En van weer andere types loop je oogontsteking op.

Hoe veroorzaakt AD36 overgewicht bij dieren?

Uit verschillende onderzoeken onder dieren kwam al de dikmakende werking van AD36 naar voren. In elk geval geldt dit voor kippen, ratten en muizen, en resusaapjes.

Bekend is dat het AD36-virus de vetcellen van een dier aanzet tot deling. Vetcellen zijn erop gericht zich te vullen met vet. Daartoe roepen zij via een ingewikkeld mechanisme een hongergevoel. op. Door het virus ontstaan er bij dieren dus meer vetcellen en hoe meer vetcellen, des te groter het hongergevoel. Dat is de belangrijkste verklaring van obesitas na infectie van een dier met AD36.

Wat betekent dit voor de relatie tussen AD36 en overgewicht bij de mens?

Uit het onderzoek van dr. Schwimmer kwamen sterke aanwijzingen naar voren dat een infectie met het adenovirus 36 (AD36) ook bij de mens obesitas veroorzaakt of bevordert.

Zwaarlijvigheid bij mensen lijkt dus niet altijd het gevolg te zijn van verkeerde eetgewoonten en/of een onvoldoende actieve leefstijl.

Maar er blijven nog veel vragen. Zo is bijvoorbeeld nog niet duidelijk:

  • onder welke omstandigheden AD36 een infectie oplevert;
  • waarom het virus niet op alle mensen dezelfde uitwerking heeft;
  • of de gewichtstoename het gevolg is van een actieve infectie of van een blijvende verandering in het metabolisme van de mens.

Om meer zekerheid te krijgen over deze en andere vragen, is onderzoek onder een grotere populatie en van langere duur nodig.

Meer begrip voor dikke mensen

De arts-onderzoeker Jeffrey Schwimmer hoopt dat, mensen (en vooral de kinderen onder hen) met zwaar overgewicht, voortaan minder vaak ten onrechte moeten aanhoren dat hun teveel aan kilo’s aan hun eigen schuld te wijten is.

Hij wijst erop dat het niet zo eenvoudig is om te stellen dat sommige kinderen te veel eten en andere kinderen niet. Hij kent kinderen die allemaal verkeerde dingen in de verkeerde hoeveelheden eten en die toch geen overgewicht ontwikkelen. Wel is het voor hem duidelijk dat sommige kinderen te veel eten en te weinig bewegen. Maar hij heeft ook kinderen gezien die binnen een jaar om onduidelijke redenen veel zwaarder werden. Misschien zijn dit wel de kinderen die door een infectie met AD36 dik werden.

Dr. Schwimmer hoopt dat er meer begrip komt voor dikke mensen en dat er meer aandacht komt voor preventie en behandeling. En het spreekt dat er meer onderzoek nodig is naar het verband tussen AD36 en overgewicht.

Andere nog weinig bekende oorzaken van overgewicht

Er zijn steeds meer dikke mensen die het gevoel hebben dat ze altijd maar moeten lijnen, ondanks een verantwoord voedingspatroon en een sportieve of actief leven. Steeds vaker komen uit onderzoek verrassende uitkomsten naar voren over de oorzaken van onverklaard overgewicht. Denk bijvoorbeeld aan biologische oorzaken, aan BPA, aan cortisol of aan antibiotica.

Een eerdere versie van dit artikel werd door de auteur, An Schrijfstra, op 1 januari 2012 gepubliceerd op infonu.nl onder de titel ‘Kun je van het AD36-virus dik worden?’

Dossier overgewicht

Dit artikel maakt deel uit van het dossier overgewicht.

Bronnen

  • Adenovirus 36 and Obesity in Children and Adolescents; Charles Gabbert, MD, Michael Donohue, PhDc, John Arnold, MD,Jeffrey B. Schwimmer, MD; http://pediatrics.aappublications.org/content/early/2010/09/20/peds.2009-3362.full.pdf
  • Childhood viral infection may be a cause of obesity; ScienceDaily; 20 september 2010; http://www.sciencedaily.com/releases/2010/09/100920074011.htm
  • Nothing to sneeze at: Common cold virus may make kids fat; Linda Carroll ; http://www.msnbc.msn.com/id/39235187/ns/health-kids_and_parenting/
  • Human Adenovirus Ad-36 Promotes Weight Gain in Male Rhesus and Marmoset Monkeys; Nikhil V. Dhurandhar3, Leah D. Whigham*, David H. Abbott**,‡, Nancy J. Schultz-Darken**, Barbara A. Israel††, Steven M. Bradley*, Joseph W. Kemnitz**,‡‡, David B. Allison# en Richard L. Atkinson*,†; The American Society for Nutritional Sciences J. Nutr. 132:3155-3160, October 2002; http://jn.nutrition.org/content/132/10/3155.full
Categorieën
Overgewicht

Bisfenol A (BPA) als hormoonverstorende stof en dikmaker

De weekmaker Bisfenol A (BPA) is een hormoonverstorende stof die via onze voeding, ons drinkwater en onze huid in ons lijf terecht komt en schadelijk is voor de menselijke gezondheid. Bisfenol A veroorzaakt veranderingen in het menselijk metabolisme. Zo is het een dikmaker (oftewel een obesogene factor). Deze weekmaker BPA heeft ook nog waarschijnlijk nog een groot aantal andere schadelijke effecten vooral voor baby’s, kinderen en tieners.

Dit artikel is opgebouwd uit de volgende paragrafen:

Overgewicht is niet altijd het gevolg van een te veel of verkeerde voeding
Overgewicht is niet altijd het gevolg van een te veel of verkeerde voeding

Wat doet Bisfenol A (BPA)?

Bisfenol A (afgekort: BPA) is een organische verbinding die in veel dagelijks gebruikte producten voorkomt. Als estrogene, hormoonverstorende verbinding is Bisfenol A een stof die de normale hormonale werking van het menselijk lichaam verstoort. Deze stof leidt tot ophopingen van vet in het lichaam die geheel los staan van eventuele veranderingen in het eet- of bewegingspatroon. In die zin behoort BPA tot de stille dikmakers.

De aanwezigheid van BPA in menselijke urine lijkt daarnaast verband te houden met het optreden van diabetes, en metabole of cardiovasculaire aandoeningen.

Uit sommige onderzoeken bij knaagdieren die werden blootgesteld aan lage doses BPA lijkt bovendien sprake te zijn van nadelige gevolgen voor de vruchtbaarheid en de voortplanting. In hoeverre de resultaten van onderzoek op knaagdieren als muizen indicatief zijn voor de effecten op mensen, blijft nog onduidelijk.

Naast BPA worden ook andere factoren die niets met veranderingen in eet- en bewegingspatronen te maken hebben, verantwoordelijk gehouden voor het bevorderen van obesitas. Denk in dit verband bijvoorbeeld aan bepaalde biologische oorzaken van overgewicht, het AD36-virus, cortisol of het gebruik van antibiotica. Deze factoren spelen mogelijk een rol als het volgen van een caloriebeperkt dieet en het aanleren van gezonde eetgewoonten niet het gewenste effect hebben.

Hoe komen mensen in contact met Bisfenol A?

Elke dag komen wij mensen op verschillende manieren in contact met Bisfenol A (BPA). Dit contact vindt bijvoorbeeld plaats via onze voeding, het drinkwater of via de huid.

Hoe zit het met BPA en onze dagelijkse voeding?

We krijgen BPA op twee manieren binnen via ons gebruikelijke voedsel.

Via producten van polycarbonaat

BPA is een grondstof voor de vervaardiging van polycarbonaat: een hard en transparant plastic van hoogwaardige kwaliteit. Denk aan artikelen als magnetronschaaltjes, tafelbestek of onbreekbare drinkflessen (bijvoorbeeld met frisdrank erin).

Sinds juni 2011 mogen in Nederland geen babyflesjes van polycarbonaat worden verkocht.

Via de coating van conservenblikjes of kartonnen verpakkingen van voeding

BPA wordt in de vorm van bisfenol A diglycidylether (BADGE) gebruikt als beschermende coating aan de binnenzijde van conservenblikjes of kartonnen verpakkingen van voeding, of in waterreservoirs en drinkwaterleidingen.

Hoe komt BPA uit coatings en plastic voorwerpen in je lijf terecht?

Bisfenol A diffundeert (vermengt zich) met vloeistoffen zoals water, frisdrank en andere voeding. Daarom hebben in de westerse wereld bijna alle mensen aantoonbare hoeveelheden BPA in hun bloed en urine.

Wat zijn andere mogelijkheden voor BPA om het menselijk lichaam binnen te dringen?

Bisfenol A komt voor op thermisch papier. Bij onderzoek onder caissières die met kassabonnen van thermisch papier werkten, zijn verhoogde BPA-waarden gemeten. Het vermoeden bestaat dat BPA ook via de huid het menselijk lichaam binnendringt.

Verder komt deze weekmaker zelfs voor in sigarettenfilters, hetgeen mogelijk betekent dat de stof ook via inademing van de sigarettenrook in het menselijk lichaam terecht kan komen.

Bij welke waarden van BPA treden de schadelijke effecten op?

Bisfenol A is een stof die in de westerse wereld in veel dagelijkse producten wordt gebruikt. De industrie heeft dan ook grote belangen bij een voortgezet gebruik van deze stof.

Vanaf welke gemeten waarden er sprake is van nadelige effecten op de gezondheid is nog altijd niet ondubbelzinnig wetenschappelijk vastgesteld. Wel staat vast dat de schadelijke gevolgen afhangen van de hoogte van de gemeten waarde, de duur van de blootstelling aan de stof en de levensfase waarin de persoon zich bevindt.

De discussie over de mate van veiligheid van de stof en de laagste waarden waarbij negatieve gevolgen voor de gezondheid worden gemeten, duurt dus nog voort.

Maar in elk geval staat vast dat de weekmaker Bisfenol A tot de dikmakers behoort. Als je je serieus met lijnen en gezonde eetgewoonten bezighoudt, is de oorzaak van je overgewicht mogelijk mede aan deze stof te wijten.

Andere schadelijke effecten van de weekmaker BPA

Naast het dikmakend effect lijkt BPA ook andere negatieve gevolgen voor de gezondheid te hebben. Zo zijn er wetenschappelijke aanwijzingen dat de blootstelling van kinderen aan deze stof bij vrouwen kan leiden tot onvruchtbaarheid. En dat blootstelling van volwassenen aan BPA hun vruchtbare periode kan verkorten.

Uit een onderzoek van de beroemde Amerikaanse Harvard Universiteit, gepubliceerd in 2013, komt een verband naar voren tussen hogere BPA-waarden in de urine van vrouwen en een verminderde rijping van hun eitjes. Er zijn aanwijzingen, mede door eerdere dierproeven dat BPA een negatieve werking heeft op onder andere de celstructuur en de organisatie van de chromosomen tijdens de rijping van de eitjes.

Onderzoekers van de Harvard Universiteit vermoeden bovendien dat de toegenomen mate van abnormale rijping in eitjes die aan de weekmaker BPA zijn blootgesteld, mede een verklaring kan vormen voor de in de laatste decennia geconstateerde vermindering van de vruchtbaarheid.

Nieuwe ontwikkelingen

In een in maart 2016 openbaar gemaakt rapport dringt het RIVM op grond van nieuwe inzichten erop aan op korte termijn aanvullende maatregelen te treffen die de blootstelling aan BPA verder verminderen. Daarna heeft minister Schippers maatregelen aangekondigd met het doel vooral (ongeboren) baby’s, jonge kinderen en adolescenten beter te beschermen tegen BPA, omdat nog onvolgroeide lichamen het meest kwetsbaar zijn voor deze stof.

In het vakblad Medisch Contact (20/2016) melden roepen onderzoekers in het artikel Help hormoonverstorende stoffen de wereld uit, op om ziekmakende stoffen (waaronder BPA) uit hulpmiddelen te weren. Denk hierbij aan  infusen, beademings- en dialyseapparatuur. Ze refereren daarbij aan recent onderzoek door de Universiteit Utrecht waarin zo’n tachtig ziekten, waaronder obesitas in verband worden gebracht met de blootstelling aan hormoonverstorende stoffen zoals BPA.

Een eerdere versie van dit artikel werd door de auteur, An Schrijfstra, op 25 maart 2012 gepubliceerd op infonu.nl onder de titel ‘Stress, corticol en overgewicht’.

Dossier overgewicht

Dit artikel maakt deel uit van het dossier overgewicht

Bronnen

  • Bisphenol A : Part 2. Recommendations for risk management; J. Bakker [et. Al] RIVM Rapport 2015-0192 openbaar sinds 3 maart 2016
    http://rivm.nl/Documenten_en_publicaties/Wetenschappelijk/Rapporten/2016/maart/Bisphenol_A_Part_2_Recommendations_for_risk_management
  • Artsen tegen ziekmakende stoffen in hulpmiddelen;  http://www.medischcontact.nl/Nieuws/Laatste-nieuws/Nieuwsbericht/153918/Artsen-tegen-ziekmakende-stoffen-in-hulpmiddelen.htm
  • Bisfenol A; Wikipedia; http://nl.wikipedia.org/wiki/Bisfenol_A
  • Bisphenol A may enter body through skin; INRA press service; http://www.international.inra.fr/layout/set/print/press/bisphenol_a_may_enter_body_through_skin
  • Obesitas: een ziekte van deze eeuw; Eline P. Meulenberg; http://www.eltisupport.nl/pdf/Obesitas-2c.pdf
  • Productie polycarbonaat babyflesjes vanaf 1 maart 2011 verboden; Nieuwsbericht Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit; 07 maart 2011; http://www.vwa.nl/actueel/nieuws/nieuwsbericht/2012101
  • Similarity of Bisphenol A Pharmacokinetics in Rhesus Monkeys and Mice: Relevance for Human Exposure; Julia A. Taylor, Frederick S. vom Saal, Wade V. Welshons, Bertram Drury, George Rottinghaus, Patricia A. Hunt, Pierre-Louis Toutain, Céline M. Laffont, and Catherine A. VandeVoort; Published online 2010 September 20. doi: 10.1289/ehp.1002514; http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC3080921/
  • In Plastic and Cans, a Threat to Women; Deborah Blum; New York Times, 28 augustus 2014; http://well.blogs.nytimes.com/2014/08/28/in-plastics-and-cans-a-threat-to-women
  • Bisphenol-A and human oocyte maturation in vitro.; Machtinger R1, Combelles CM, Missmer SA, Correia KF, Williams P, Hauser R, Racowsky C.; http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/23904465; Hum Reprod. 2013 Oct;28(10):2735-45. doi: 10.1093/humrep/det312. Epub 2013 Jul 30.
Categorieën
Overgewicht

Relatie tussen stress, cortisol en overgewicht

Stress leidt tot de aanmaak van het vlucht-of-vechthormoon epinefrine of tot het vechthormoon norepinefrine. Maar hoe zit het met stress en het ontstaan van verhoogde cortisolwaarden in je bloed? Wat zijn de positieve effecten van het stresshormoon cortisol en wat de negatieve? Langdurig en sterk verhoogde cortisolwaarden leiden tot overgewicht en het ontstaan van een bierbuik (ook als je nooit bier drinkt!). Gelukkig bestaan er vormen van stressmanagement waarmee je door stress veroorzaakte obesitas te lijf kunt gaan.

Dit artikel bestaat uit de volgende paragrafen.

Omslag van boek Stress voor dummies (auteur: Allen Elkin)
Stress voor dummies (bol.com)

Wat is stress?

Over de precieze definitie van stress bij de mens lopen de meningen uiteen. Maar in elk geval is stress een vorm van spanning in het menselijk lichaam als reactie op externe prikkels. Deze spanning roept een bepaald patroon van fysiologische reacties op.Stress kan positief zijn, bijvoorbeeld in de vorm van een plezierige uitdaging.

Stress kan ook negatief zijn. Denk bijvoorbeeld aan angst of ongerustheid. Het zijn vooral negatieve stress en overmatige spanning die een bedreiging voor je gezondheid vormen. Dit komt door de sterke en langdurige gevolgen voor je centraal en autonoom zenuwstelsel.

Epinefrine, norepinefrine, en de beleving van stress

Bij een hoog stressniveau scheidt je lichaam epinefrine af. Dit vlucht-of-vechthormoon wordt vaak nog met de verouderde benaming adrenaline aangeduid.

Epinefrine komt vooral vrij als je het gevoel hebt dat de situatie hopeloos is. Een gevoel van angst of verslagenheid activeert de hypothalamus in je hersenen. En dat leidt uiteindelijk tot het vrijkomen van het stresshormoon cortisol uit de bijnierschors.

De manier waarop je op een stressfactor reageert, hangt af van je beleving. Ervaar je de stressfactor als een bedreiging van je controle over een bepaalde situatie? Dan scheid je vooral het hormoon norepinefrine af. Dit vechthormoon wordt ook nog steeds wel noradrenaline genoemd.

Heb je een teveel aan norepinefrine? Dan voel je je bang, gespannen of opgewonden, of euforisch. De manier waarop je je voelt, hangt af van verschillende factoren zoals van je stemming, of van andere neurotransmitters (bijvoorbeeld serotonine).

Heb je een te laag niveau van norepinefrine? Dan voel je je mogelijk depressief.

Hoe reageer je op stress?

Word je met stress geconfronteerd? Dan reageer je door

  • te vluchten of
  • te vechten of
  • te verstijven.

Bij een reactie van vluchten of vechten, gaat je hart sneller en krachtiger pompen en komen er meer vrije vetzuren in je bloed.

Een verstijvingsreactie kan leiden tot meer lipogenese. Dit is de synthese van vet uit koolhydraten. Lipogenese kan leiden tot viscerale obesitas. Daarbij is sprake van een ophoping van vet rond de maag en ingewanden. Deze vorm van zwaarlijvigheid met overmatig veel buikvet wordt in de volksmond ook wel ‘bierbuik’ genoemd. Dit hoewel sommige patiënten met een dergelijke zware buik nooit bier drinken. Later in dit artikel lees je meer over de kwestie van het buikvet.

Een reactie van verstijving kan daarnaast ook leiden tot de afbraak van weefsels of onderdrukking van het immuunsysteem.

Stress en een verhoogde cortisolproductie

Cortisol wordt geproduceerd in je bijnieren. De productie van dit steroïde hormoon vindt plaats als:

  • je wakker wordt,
  • voedsel verteert of
  • aan lichaamsbeweging doet.

Cortisol is een belangrijk hormoon dat onder meer een rol speelt bij:

  • de juiste werking van het glucosemetabolisme,
  • de regulering van de bloeddruk,
  • het vrijkomen van insuline voor het op peil houden van de bloedglucose,
  • bij het immuunsysteem en
  • bij ontstekingsreacties.

Psychosociale stressfactoren leiden tot hogere cortisolwaarden in je bloed. Daarom wordt cortisol ook wel een stresshormoon genoemd. Een kort durende verhoogde cortisolwaarde heeft een positieve uitwerking, maar een langdurig verhoogde cortisolwaarde heeft een negatieve invloed op je gezondheid.

Positieve effecten van een kort durende, licht verhoogde cortisolwaarde

Terwijl norepinefrine (noradrenaline) en epinefrine (adrenaline) je lichaam voorbereiden op een vlucht- of vechtreactie, helpt cortisol om energie vrij te maken en te reguleren.

Een lichte verhoging van de cortisolwaarde heeft een heilzame uitwerking. Zo krijg je bijvoorbeeld snel de beschikking over extra energie, functioneert je geheugen beter, wordt je immuunsysteem actiever en ben je minder gevoelig voor pijn.

Negatieve effecten van een langdurig verhoogde cortisolwaarde

Duurt de stress te lang en zijn de cortisolwaarden langdurig verhoogd? Dan treden uiteenlopende schadelijke effecten op. Denk bijvoorbeeld aan verminderde intellectuele prestaties, verstoring van de bloedglucose of een hoge bloeddruk. Een belangrijk negatief effect van een verhoogde cortisolwaarde is de kans op overgewicht of obesitas.

Wat is het verband tussen cortisol, overgewicht en een bierbuik?

In studies bij mensen en dier is een verband aangetoond tussen verhoogde cortisolwaarden, een hongergevoel, een hunkering naar voedsel met een hoog gehalte aan koolhydraten en/of vet, en gewichtstoename.

Verder is bekend dat cortisol kan bevorderen dat adipocyten (babyvetcellen) uitgroeien tot volwassen vetcellen.

Maar de grootste negatieve uitwerking van cortisol is dat het vet van de opslagplaatsen van vetvoorraad kan verplaatsen naar vetafzettingen diep binnen in de buik (het beruchte buikvet).

Cortisol heeft een directe invloed op de opslag van vet en op gewichtstoename bij mensen die onder zware druk staan. De concentratie van cortisol in je weefsel wordt geregeld door een specifiek enzym dat inactief cortison omzet in actief cortisol. Dit specifieke enzym bevindt zich in het zogenaamde visceraal vetweefsel, dat wil zeggen in het vetweefsel rond de maag en ingewanden.

In onderzoek naar visceraal vetweefsel en het subcutaan vetweefsel bij de mens is aangetoond dat dit enzym actiever is bij mensen die lijden aan obesitas. Ook is bewezen dat er in menselijk buikvet meer van deze enzymen actief zijn dan in onderhuids vet.

Men vermoedt dat de grotere aantallen van deze enzymen in de viscerale buikvetcellen leiden tot obesitas . Dit zou verband houden met de grotere hoeveelheden cortisol die op weefselniveau worden geproduceerd. Ook is er in dit buikvet sprake van een sterkere doorbloeding en vier keer zoveel cortisolreceptoren als bij onderhuids vet. Mogelijk is dit ook de oorzaak van het effect van cortisol op de vetopslag en het groter worden van de vetcellen.

Als er langere tijd een teveel cortisol in je lichaam circuleert, kan viscerale obesitas (een ‘bierbuik’ ) ontstaan. Deze vorm van zwaarlijvigheid houdt verband met het risico van hart- en vaatzieken, het metaboolsyndroom, diabetes mellitus type II en cerebrovasculaire aandoeningen (dit zijn aandoeningen van de bloedvaten in de hersenen). Het is dus van groot belang dat je je cortisolwaarden binnen redelijke grenzen houdt, bijvoorbeeld door stressmanagement.

Stressmanagement

Een effectief bewegingsprogramma en stressmanagementprogramma kan door stress veroorzaakte obesitas verminderen of voorkomen.

Om stress de baas te worden, kun je kiezen voor een of meer van de volgende activiteiten die in de praktijk hun waarde hebben bewezen.

Denk om te beginnen aan sport en andere actieve lichaamsbeweging, maar bijvoorbeeld ook aan activiteiten als tai chi, yoga, ademhalingsoefeningen en ontspanningsoefeningen. Ook met visualiseringsoefeningen of meditatie kun je je stressniveau en daarmee je cortisolwaarden verlagen.

Kies vooral de activiteiten die bij jou persoonlijk passen. Die activiteiten helpen je het meest om te ontstressen en daardoor je cortisolwaarden op een gezond niveau te brengen.

Daarnaast kan ook gezonde voeding en voldoende (nacht)rust bijdragen aan je welbevinden. Ook het zelf maken van of het luisteren naar muziek werkt heilzaam.

Een eerdere versie van dit artikel werd door de auteur, An Schrijfstra, op 29 mei 2012 gepubliceerd op infonu.nl onder de titel ‘Stress, corticol en overgewicht’.

Dossier overgewicht

Dit artikel maakt deel uit van het dossier overgewicht. Hierin vind je onder andere een overzicht van artikelen over niet direct aan voeding gerelateerde factoren die obesitas te bevorderen. Denk aan de betrekkelijk vaak voorkomende besmetting met het AD36-virus of de hormoonverstorende weekmaker BPA. Maar ook het gebruik van antibiotica lijkt overgewicht te bevorderen.

Bronnen